Wildwest-taferelen in Mergellandmarathon (Patrick Delait)

ATLETIEK - Hele groepen atleten die door seingevers de verkeerde kant
worden opgestuurd. Een politie-agent die op eigen houtje besluit om te
elfder ure het parcours naar eigen goeddunken te hertekenen. En als klap op
de vuurpijl rondrazend verkeer dat zich niks van doorgangsverboden aantrekt
en hardlopers bijna van de sokken rijdt.
De wildwest-taferelen die zich gisteren afspeelden in de vijfde
Mergellandmarathon en met name in de omlijstende wedstrijden over vijf en
tien kilometer verdienden allesbehalve een schoonheidsprijs. De ontknoping
van de tien kilometer was zelfs potsierlijk. Het duo Patrick Stitzinger en
Ron Wijnen liep aan de leiding en volgde als enige de juiste route.

Zo'n twintig achtervolgers profiteerden van de communicatiestoornis
tussen een volgauto en een seingever om een kortere weg te nemen. Zo kon het
gebeuren dat veteraan Wil Pepels halverwege de wedstrijd tot zijn eigen
verbazing plots op kop liep, terwijl Stitzinger en Wijnen een volle minuut
moesten goedmaken.

"Echt een belachelijke situatie', foeterde Pepels. "Zo wil je toch
geen wedstrijd winnen. Ik heb dan maar meteen pas op de plaats gemaakt en
ben zelfs een stukje teruggelopen om Stitzinger en Wijnen opnieuw de
voorsprong te geven waar ze recht op hadden. Het ergste van alles is nog dat
het niet de eerste keer is dat zoiets hier gebeurt. Vorig jaar was het
hetzelfde en dan verwacht je toch dat een organisatie daaruit haar lessen
trekt.'

Wat allicht nog meer tot nadenken moet stemmen voor de organisatie is
de verkeerschaos op het parcours. Ron Wijnen bijvoorbeeld durfde geen bocht
op volle snelheid te nemen uit schrik om geschept te worden door een
scooter. "Overal op het parcours reden scootertjes kriskras door elkaar.
Levensgevaarlijk. Zelfs de volgwagen van de wedstrijdorganisatie haalde
halsbrekende manoeuvres uit waarvan ik bijna het slachtoffer werd. Als het
zo moet dan zie ze mij hier nooit meer terug. Het is duidelijk dat deze
organisatie niet berekend is op haar taak.'

Volgens Hans Gelauff van de organiserende stichting Mergellandmarathon
is alle ellende terug te voeren op de slechte medewerking van de politie.
"Als een agent op eigen houtje aan het parcours gaat sleutelen dan sta je
als organisatie machteloos.'



De broers Deguelle

Met zijn vieren zouden ze zo kunnen meedoen aan een estafettenummer op de baan. Als zelfverklaarde diesels kicken de vier broers Martin (50), Frank (37), Fons (45) en Bert (47) Deguelle uit Klimmen echter op het lange werk. Gistermiddag stond het kwartet in Meerssen voor het eerst samen aan de start van de vijfde Mergellandmarathon die werd gewonnen door Vico Mingers.


Vier broers Deguelle delen marathonvirus (Patrick Delait)

ATLETIEK - Ze zouden voer kunnen zijn voor genetici. Uiterlijk
hebben de vier broers Martin, Frank, Alfons en Bert Deguelle niet veel
gemeen, maar van binnen woedt bij elk van hen het marathonvirus. Loopt de
gemiddelde medemens al vuurrood aan als hij hoort spreken over een
duurloopje van drie uur, voor het kwartet uit Klimmen is het net zo gewoon
als eten en drinken.
Dat ze gistermiddag in de Mergellandmarathon voor het eerst
samen aan de start stonden op de klassieke afstand is vooral te danken aan
Bert, de loopgoeroe binnen de familie Deguelle. "Alle vier hebben we lang
bij de amateurs van Klimmania en Hulsberg gevoetbald. Omdat ik sukkelde met
mijn knieën ben ik als eerste overgestapt naar het atletiekwereldje. Nou ja,
je begint gewoon wat te joggen en van het een komt het ander. Je wilt steeds
meer en voor je het weet sta je aan de start van de marathon van Rotterdam.
Dat beviel me zo goed dat ik mijn broers één voor één over de streep heb
getrokken. Fons al laatste, want die is nog geen twee jaar bezig.'

Grote ambities zijn aan de vier broers niet besteedt. Ze zien
het lopen vooral als een uitlaatklep voor de drukke banen die ze allemaal
hebben. Heelhuids finishen, luidt de familiespreuk in huize Deguelle en
onder de loden zon die boven het parcours van de Mergellandmarathon brandt
is dat geen sinecure. Helemaal gespeend van competitiedrang zijn de broers
nochtans niet, zo blijkt uit de volgeschreven onderarm van Martin, met zijn
vijftig lentes de nestor van het stel.

"Tja, dat zijn de tussentijden die ik vandaag voor ogen heb. Als
ik ergens rond de 3.40 uur uitkom ben ik gezien mijn gebrekkige
voorbereiding dik tevreden. Heb gesukkeld met blessures en dat is natuurlijk
funest. Maar om terug te komen op die competitiedrang: natuurlijk fokken we
elkaar geregeld op. Een beetje jennen is alleen maar leuk. En ik durf best
toe te geven dat ik het fanatiekste baasje uit de familie ben.'

Maar goed dat de Deguelles stevig aan elkaar klitten, want in
iets minder homogene families zou de minutieuze wedstrijdvoorbereiding van
Fons een splijtzwam kunnen zijn. Ten laatste tweeënhalf uur voor de start
wil de oudste Deguelle de inschrijftafel gepasseerd hebben. Vervolgens gaat
hij koffie drinken en luistert op de discman naar zijn favoriete band Rowwen
Hèze. Dat er dan in de verre omtrek nog geen hond is te zien, kan hem niks
schelen. Het is zijn ritueel en zelfs zijn drie broers kunnen hem niet op
andere gedachten brengen. "Om de lieve vrede te bewaren, gaan we wel met hem
mee, maar we vervelen ons dan stikdood', zegt Bert.

Dat hardlopen hét gespreksthema bij familiefeestjes is ligt voor
de hand. Maar dat is volgens Bert buiten zijn vijf zussen en zijn enige niet
hardlopende broer Peter gerekend. "Peter sputtert nog wat tegen, maar hem
haal ik nog wel over om ook de loopschoenen aan te trekken. Bij mijn zussen
is dat een missie voor niks. Vraag me niet hoe het komt dat die niet
sporten. Ik heb daar nog nooit ernstig over nagedacht. Maar nu je het zegt:
vreemd is het wel. Misschien moeten we er maar eens een analyse op los
laten.'

Mag niet zo moeilijk zijn voor een maatschappelijk werker wiens
flegmatieke geest gisteren zelfs na bijna dertig slopende kilometers helder
genoeg was om zijn situatie nuchter in te schatten. "Gaat best wel lekker,
maar ik heb nog vijftien kilometer te gaan. Wacht je op Frank? Die komt er
zo aan.'

De omhooggestoken duim laat er geen twijfel over bestaan. Waar
het gros van de ongeveer tweehonderd deelnemers aan de marathon dan allang
gesloopt is door de moordende hitte en het geaccidenteerde parcours, daar
oogt Bert Deguelle nog okselfris.

De holle ogen en de grauwe blik van benjamin Frank voorspellen
een minuutje later veel minder goeds. Martin en Fons, de twee die zichzelf
vooraf de minst goede tijden hadden toegedicht, geven blijk van zelfkennis.
Zij bevinden zich vlak voor het dertig kilometerpunt al in de staart van het
marathonveld. Ze zullen broederlijk finishen in 4.09 uur. De lichte tred van
Bert Deguelle is enigszins verraderlijk. In de slotfase schiet de kramp in
zijn hamstrings waardoor hij toch nog moet inboeten op zijn vooropgestelde
schema van 3.20 uur. Ondanks zijn eindtijd van 3.28 minuten, zijn minst
goede prestatie op de marathon ooit, is hij tevreden. "Het ging lang soepel,
maar de hitte heeft ook bij mij zijn tol geëist. Nog nooit heb ik na een
marathon zo stukgezeten als vandaag.'

De enige Deguelle die baalt als hij onder de douches staat is
Frank. Met 3.40 uur heeft hij de tien jaar oudere Bert ruim moeten laten
voorgaan. "Te snel gestart en in de tweede helft de man met de hamer
tegengekomen', analyseert Bert feilloos. Moraal van het verhaal. De
loopgoeroe van de familie heeft dan wel navolging gekregen, overtroffen is
hij nog lang niet.