Mergelland Marathon Theo de Jong


Een dag na de Nederlandse kampioenschappen 100 kilometer is de Mergellandmarathon. Het lag in de bedoeling de Dijkenloop van 6 september in het mooie land van Maas en Waal te lopen. Door vervelende omstandigheden moest ik daar van afzien. Dan maar de Mergellandmarathon een weekje later. Deze marathon had ik nog niet eerder gelopen. Laat ik beginnen te zeggen dat de organisatie perfect was: goede routebegeleiding, voldoende drinkposten, voldoende sponzen, gezellige start- en finishplaats, vriendelijke mensen dus wat wil je als marathon/ultraloper nog meer. Ik begreep dat het in voorgaande edities wel eens anders is geweest. Maar nu was het perfect, tot het weer toe: onbewolkt, 23° C en weinig wind, helemaal mijn loopweer.

Meerssen ligt 'nogal open' berichtte Ton Smeets op Ultraned, dus neem ik ruim de tijd om vanuit Culemborg in Meerssen te komen. In Meerssen bleek dat 'open liggen' nogal mee te vallen met als gevolg dat ik veel te vroeg bij de sporthal aankwam. Ik heb dus nog lekker een uurtje in de zon gezeten. De start is bij de mooie kerk van Meerssen. Samen met Jos Hopman liep ik erheen, pratend over de prestaties van de 100 km-lopers in Winschoten. Ook Henri Okkersen was bij de start. Na een vervelende blessure was dit alweer zijn tweede marathon. Ik ben blij dat hij er weer bij is. Bij de start was het een drukte van belang, want gelijk met de marathonlopers gingen ook de 25 km-lopers van start.

Er moeten drie rondes gelopen worden, eerst een ronde van 5 km in en om Meerssen, dan een lange ronde van 20 km en dan de laatste ronde van 17 km. Van te voren heb ik op Ultraned de uitslagen van de vorige edities bekeken om een beetje te kunnen inschatten wat ik hier als tijd kon gaan lopen. Al die heuvels en dalen zijn voor mij onbekend terrein, maar een tijd van 3:50 moet toch mogelijk zijn. De eerste ronde door het dorp ging vlot en makkelijk. Er zit wel een venijnig klimmetje in, maar dat is nu nog geen probleem. De tijd verbaasde me: 24:16 eigenlijk te snel. Waarschijnlijk heb ik me toch weer door de 25 km-lopers op laten jagen. De doorkomst door het dorp is een feest, veel mensen, goede sfeer en veel toejuichingen. De tweede ronde begint met een stuk vals plat wat overgaat in een stevige klim naar de Biesenberg in Schietecoven (waar ik nog nooit van had gehoord). Daarvandaan langs de achterkant van Maastricht-Airport, over prachtige weggetjes richting het plaatsje Waterval. Ook hier had ik nog nooit van gehoord, een waterval heb ik trouwens niet gezien. Dan de lange klim naar Ulestraten en Klein - en Groot Haasdal. Wat een lang stuk vals plat is dat, vals omdat je niet ziet dan de weg omhoog gaat en vals omdat het toch wel een gemene klim is naar + 140 m NAP. Toch gaat het lopen lekker, eigenlijk zo lekker, dat ik me steeds moet inhouden om niet te snel te gaan. De 10 km gaat in 50 minuten rond. Na beide Haasdallen volgt een steile afdaling. Ik zie dat de afdalingen menig deelnemer parten speelt, ze remmen af en komen met gestrekte benen hard op de hielen terecht. Zelf laat ik me als het ware van de helling afrollen door grotere passen te nemen en optimaal gebruik te maken van de zwaartekracht. Op die manier loop ik heel wat lopers voorbij.

Omdat het zo lekker gaat kan ik volop van de omgeving genieten. Bij de start hoorde ik dat deze loop ook wel de 'Run with the Lizard' heet. Als ecoloog spreekt me die naam natuurlijk wel aan. Maar hoe goed ik ook oplette, ik heb geen hagedis gezien. Trouwens ook geen plaatsen waar die diertjes zich thuis zouden voelen. Wel opvallend veel weidechampignons in de bermen. Ondanks de droogte is het kennelijk toch een goed champignonjaar.

Aan het eind van de lange ronde komen we weer door Meerssen waar we door veel mensen worden toegejuicht. Hier is de finish voor de 25 km-lopers. Wij moeten nu nog 17 km. Bij de doorkomst wordt ik, onder luide aanmoedigingen van het publiek, ingehaald door een snelle loper. Kennelijk een plaatselijke held, maar even later haal ik hem weer in en zie hem niet meer terug, Hij was de laatste die mij inhaalde. Deze laatste 17 km zal ik zelf nog wel een stuk of 15 lopers inhalen. Kwestie van niet te snel starten en het tempo vasthouden. En dat tempo is nog steeds goed. De km-tijden liggen nu zo rond de 5:10. Dat is goed te controleren, want elke kilometer staat aangegeven.

Deze laatste ronde is voor een groot deel gelijk aan de tweede ronde. Dus weer die lange klim naar Ulestraten en Haasdal en weer die steile klim parallel aan de autoweg. Dat klimmen gaat nu toch wel wat lastiger. En zoals altijd lijkt het dan weer of je meer, langer en steiler moet klimmen dan dat je mag dalen. Ook bij wind is dat zo. Je hebt de wind altijd langer tegen dan dat je hem mee hebt, bovendien waait de wind altijd harder al je hem tegen hebt.

Na Klein Haasdal verlaten we de lange ronde om af te steken naar Meerssen. De weg daar naar toe is licht glooiend, maar toch overwegen dalend. Heerlijk om zo de laatste kilometers af te leggen. Gaandeweg heb ik mijn tijd bijgesteld van 3:50 naar 3:40. Nu lijkt het erop dat ik toch wel binnen de 3:40 zal eindigen. Hoewel de kilometers gaan tellen en de warmte meer voelbaar wordt gaat het toch nog goed. Het aantal kilometers is af te zien en de warmte ga ik te lijf met sponzen. Bij elke mogelijkheid vul ik mijn spons weer met water. Dan even in de nek en over armen en benen. Weggooien doe ik hem niet. De hel route loop ik met een spons. Even een zweetdruppeltje wegvegen, even over mijn hoofd, dan weer in mijn nek, nog een keer over mijn armen, Ik heb het er maar druk mee. Ik merk wel dat het water van de 'sponsbakken' gaandeweg steeds minder fris wordt. Iedereen knijpt daar zijn spons in uit, gevallen en gebruikte sponsen gaan daar ook weer in. Eigenlijk een beetje een vieze bende. Beter zou het zijn het water van de sponsbakken niet bij te vullen, maar echt te verversen. Dat geldt overigens voor vrijwel alle wedstrijden.

De laatste twee kilometers gaan moeilijker, maar beide toch nog in 5:10. Ik haal in die laatste kilometers nog vier lopers in, de laatste op 300 m voor de finish. Uiteindelijk finish ik in 3:37:15. Hoewel de tweede helft drie minuten langzamer ging dan de eerste helft ben ik weer zeer tevreden. Jos Hopman (op vier na de oudste deelnemer!) finisht uiteindelijk in 4:27:16. Henri zet een mooie tijd van 3:26:03 neer. Maar ja, hij loopt dan ook een thuiswedstrijd.

Na finish is er, hoe kan dat ook anders in Limburg, een feestelijk Limburgse vlaai. Op het moment dat ik binnen kom worden de winnaars van de marathon al gehuldigd! Jan van der Maarel is winnaar bij de mannen in 2:37:30, Inge van Bergen was alle andere vrouwen te snel af in 3:03:12. Prachtige tijden in deze toch wel zware maar erg mooie marathon.

Theo de Jong
VIRIDIS@PLANET.NL